Het Islamitisch geloof

De Koran nodigt alle mensen uit te geloven in en te bidden tot de god die alles heeft geschapen (Koran 2:21):

O mensen, dient uw Heer die u en hen die er voor u waren geschapen heeft -misschien zult u godvrezend worden.

In de taal van de Koran heet de schepper Allah. Allah wordt in de 112-de soera, soera al-Ichlaas als volgt voorgesteld:

Zeg: Hij is God als enige, God de bestendige. (Hij heeft dus niemand nodig, alles en iedereen heeft Hem nodig). Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt en niet één is er aan Hem gelijkwaardig.

Volgens de Koran is geloven in zo´n schepper redelijk en logisch, want wij weten dat niets vanzelf ontstaat. Als ergens een kunstwerk is, is er met zekerheid ook een kunstenaar die het gemaakt heeft. Dit is alleen maar logisch. Er zijn mensen, er is een wereld en het heelal is er… dus moet er ook een Schepper zijn. Deze schepper is Allah, de Enige God:

In de schepping van de hemelen en de aarde, in het verschil van dag en nacht, in de schepen die op zee varen met wat nuttig is voor de mensen, in het water dat God uit de hemel laat neerdalen om daarmee de aarde te doen herleven nadat zij dood was, in het feit dat Hij allerlei dieren erop heeft verspreid, in het besturen van de winden en in de wolken die voortgedreven worden tussen hemel en aarde zijn tekenen (die op de grootste kracht van God duiden) voor mensen die verstandig zijn. (Koran, 2:164)

De Koran roept de mensen op te geloven in God, in Zijn engelen, in Zijn boeken, in Zijn profeten, in de dag des Oordeels en in de voorbeschikking:

De gezant gelooft in wat van zijn Heer vandaan naar hem is neergezonden en de gelovigen ook, alleen geloven in God, in Zijn engelen, in Zijn boeken en Zijn gezanten. Wij maken geen enkel onderscheid tussen Zijn gezanten. Zij zeggen: Wij horen en gehoorzamen. Schenk ons uw vergeving, onze Heer. Bij u is de bestemming. (Koran, 2:285)

Vroomheid is niet dat u uw gezicht naar het oosten en het westen wendt, maar vroom is wie gelooft in God, in de laatste dag, in de engelen, in het boek en in de profeten en wie zijn bezit, hoe lief hij dat ook heeft, geeft aan de verwanten, het wezen, de behoeftige, aan hem die onderweg is, aan de bedelaars en voor (de vrijkoop van) de slaven, en wie de salaat verricht en de zakat geeft en wie hun verbintenis nakomen, als zij een verbintenis zijn aangegaan en wie volhardend zijn in tegenspoed en rampspoed en ten tijde van strijd. Zij zijn het die oprecht zijn en dat zijn de godvrezenden. (Koran, 2:177)

Volgens de leer van de Koran gelooft de moslim niet alleen in de Koran, maar ook in alle eerder geopenbaarde heilige boeken. Hij gelooft niet alleen in de heilige Mohammed, maar in alle profeten, omdat zij alleen door God gezonden zijn en Zijn boodschap verkondigden:

Hij heeft het boek met de waarheid tot u gezonden ter bevestiging van wat er voordien al was en Hij heeft ook de Thora en de Bijbel neergezonden, vroeger al, als leidraad voor de mensen en Hij heeft het reddende onderscheidingsmiddel (om geloof van bijgeloof te onderscheiden) neergezonden. Zij die ongelovig zijn aan God´s tekenen, voor hen is er een zware bestraffing. (Koran, 3:3)

De Grondslagen van het geloof

De Islam wordt in principe in de volgende twee zinnen samengevat:

La ilahe illallah. Muhammedun Rasulullah.
(Er is geen god dan God. Mohammed is Zijn profeet.)

Met de eerste van deze twee zinnen stemmen talrijke volgelingen van andere godsdiensten in met de moslims: de tweede zin echter onderscheidt de Islam van andere. Om moslims te zijn is het voldoende als iemand zich deze basisleer heeft eigengemaakt. Men hoeft met andere woorden niet aan andere voorwaarden te voldoen. Kortom als iemand: Er is maar één God en Mohammed is Zijn profeet zegt, is hij moslim, want hij zegt impliciet: Ik geloof in God, in Zijn bestaan, in Zijn eenheid. Ik geloof in de profeten die Hij de mensen heeft gezonden, vanaf de eerste profeet, de heilige Adam tot aan de laatste profeet, de heilige Mohammed toe en ik geloof in de boodschap die zij van God hebben gekregen. Alle door God gezonden profeten en boeken zijn juist en waar.

Het geloof kan dan worden samengevat als: Ik geloof in God en in alles wat van Hem komt, wordt idjmali (beknopt), oftewel het totale geloof genoemd. Het geloof waarbij men de boeken en de profeten, die van God afkomstig zijn en wat zij ons ieder vertellen, elk afzonderlijk opnoemt, wordt tafsili (gedetailleerd) genoemd.

Het uitspreken van de tafsili:
Ik geloof in God, in Zijn engelen, in Zijn boeken, in Zijn profeten, in de dag des Oordeels en in de voorbeschikking (dat wil zeggen dat het goede en het kwade van God komt is de geloofsbelijdenis van de moslim.

De godsverering

Zoals in alle godsdiensten wordt ook in de Islam God vereerd. De Islam geeft advies en schrijft de moslims voor op welke wijze zij voortdurend, dagelijks, wekelijks, eens per jaar en eens in hun leven alleen of met de hele geloofsgemeente God dienen te vereren.

De zuilen van de verering

Er zijn vijf hoofdplichten:

  1. het geloofsgetuigenis
  2. het verplichte gebed (de salat)
  3. de offergave (de zakat)
  4. de bedevaart (de hadj)
  5. het vasten

Deze plichten worden ook wel de zuilen van de Islam genoemd. De geloofsgetuigenis Esjhedoe en la ilahe illallah ve esjheddoe enne Muhammeden abduhu ve rasuluhu (Ik getuig dat er geen god is dan God. Ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en profeet is) die elk moment met de mond en in gedachten beleden kan worden, is een wijze van aanbidden van God.

Het verplichte gebed wordt dagelijks vijf keer verricht als dagelijkse wijze van verering. Het vrijdaggebed wordt vrijdagsmiddags verricht. Dit is de wekelijkse wijze van verering.

Vasten wordt eenmaal per jaar tijdens de maand Ramadan gehouden. De offergave bedraagt, afhankelijk van het soort vermogen 1/40 tot 1/5 van het bezit. Vasten en offergave staan voor de jaarlijkse verering van God.

De bedevaart is een wijze van godsverering die eenmaal in het leven verricht wordt.

Het vereren van God is een manier van dankbetuiging van iemand aan diens Heer. Het is het danken van iemand die omringd door de gaven van zijn Heer zich hiervan bewust is en die dankbaarheid voelt voor de eigenaar van deze gaven. Zoals deze dank door te zeggen: O Heer! Heb dank voor Uw gaven. Elhamdulillah onder woorden kan worden gebracht, kan dit ook door middel van sommige daden en handelingen. De dankbetuiging moet een godsgeschenk inhouden. Daarom bestaat in de Islam de aanbidding van God uit de drie gedeeltes mondelinge -, lichamelijke – en financiële aanbidding.

De mens die in het bezit is van de grote gave van het spreken en denken, dat wil ook zeggen dat hij verstand heeft, onderscheidt zich hiermee van andere schepselen en dankt zijn Schepper met zijn geloofsgetuigenis, waarbij hij van deze gaven gebruikmaakt. Degene die getuigt van zijn geloof, zegt in feite het volgende:

Ik, iemand die kan denken en spreken, getuig, dat wil zeggen ik weet en wil aan iedereen vertellen dat er geen god is dan God. En ik getuig, dat wil zeggen ik weet en wil aan iedereen vertellen dat Mohammed Zijn dienaar en profeet is.

Iemand wiens ogen zien, wiens oren horen en wiens handen en voeten in orde zijn, kortom iemand die lichamelijk gezond is, dankt door middel van het dagelijks enkele malen verrichten van het verplichte gebed (salat), waarbij hij met zijn hele lichaam een aantal vast omschreven rituele handelingen verricht en tegelijkertijd uit de Koran reciteert en bidt, voor de gaven van zijn lichaam. Zo heeft onze profeet volgens een overlevering het volgende gezegd:

Het lichaam van een mens telt 360 organen. Elke keer als de zon opkomt, dus bij het aanbreken van elke nieuwe dag is hij het verschuldigd te danken voor het goed functioneren van deze organen. Deze dankbetuiging kan hij enkel nakomen door dagelijks vijf keer het verplichte gebed te verrichten.

Het jaarlijks gedurende een maand vasten is evenzo een jaarlijks te verrichten dankplicht voor het goed functioneren van organen als het hart, de maag, de lever en de nieren.

De offergave (zakat) is een manier om te danken voor de gave van wat wij mogen bezitten en houdt in dat degenen, die meer bezitten dan zij nodig hebben van de gave (geld en goederen), die God voor de mensen heeft geschapen –en die in de grond van alle mensen samen is – aan de behoeftige geven wat eigenlijk hun recht is.

De bedevaart, waarvoor men zowel moet reizen als ook geld moet bezitten, brengt –door eenmaal in ons leven de plaatsen die ons door God zijn aangeraden en bevolen te bezoeken – onze dank tot uiting voor de gave van deze reis en de mogelijkheid tijdens deze reis uitgaven te doen.

Op het moment dat men door deze wijzen van aanbidding dankt,

  • voedt het dagelijkse verplichte vijf maal bidden onze geest,
  • versterkt het jaarlijkse een maand vasten onze wil,
  • leert de offergave ons niet gierig en egoïstisch te zijn.

Bovendien betekent het aanbidden van God dat men zich tot Hem wendt en heeft degene die zicht tot God wendt dus elke keer zichzelf geïnspecteerd, zijn fouten opgemerkt en zich, hiervan spijt hebbend, weer op de juiste weg begeven.

Zo staat er in de genadige Koran:

De salat verbiedt wat gruwelijk en verwerpelijk is. (Koran, 29:45)

De ethiek

In de Islamitische godsdienst wordt veel waarde gehecht aan de ethiek. Als er gezegd wordt dat in wezen alle godsdiensten tot doel hebben de mensen ethiek bij te brengen, is dit juist. Inderdaad hebben alle profeten vanaf de heilige Adam voortdurend de mensen hoe ethische waarden bijgebracht.

Zo worden de volgende daden in alle godsdiensten als slechte daden voorgesteld:

  • een leven nemen
  • een ander pijnigen
  • diefstal
  • oneerlijkheid
  • liegen
  • smaad
  • verkrachten

Onderstaande daden zijn echter in alle godsdiensten goede daden.

  • het erkennen van de Schepper en Hem aanbidden,
  • het eren en gehoorzamen van moeder en vader,
  • goede betrekkingen onderhouden met familie, buren en met vrienden,
  • gastvrij zijn,
  • alleenstaanden en armen helpen,
  • de ouderen respecteren en jongeren liefhebben

Ook de laatste profeet, de heilige Mohammed, heeft door te zeggen:

Ik ben enkel gezonden om de hoge ethische waarde te completeren op dit feit gewezen.

Ook godsdienst -geschiedkundigen verzamelen de doelen van de godsdiensten onder vijf noemers:

  1. Het beschermen van de geest (veiligheid van het leven)
  2. Beschermen van het bezit (veiligheid van het bezit)
  3. Beschermen van het geslacht (onaantastbaarheid van het gezin)
  4. Beschermen van het verstand (het beschermen van het verstand tegen geestelijke druk, schadelijke zaken als alcohol en verdovende middelen: vrijheid van mening)
  5. Bescherming van de godsdienst (vrijheid van godsdienst en geweten)

Als wij kijken naar de leer van de godsdiensten en speciaal naar de leer van de Islam, zien wij dat getracht wordt deze doelstellingen te verwezenlijken. Als wij een blik werpen op enkele, hier onder genoemde basisgeboden en adviezen die even belangrijk zijn als de aanbidding, wat het voldoen aan de verplichtingen van de dienaar van God betekent, en het dogma van het wereldbeeld en de levensopvatting, kunnen wij de volgende zien:

  • U zult geen god dan God (Allah) erkennen, U zult Hem aanbidden,
  • U zult uw ouders, uw familie, uw buren, uw vrienden enuw gasten en zij die onderweg gestrand zijn, goed behandelen, hen goed doen,
  • U zult degenen die bij u in dienst zijn goed behandelen, goed doen. (Koran, 4:36)
  • U zult de verwant, de behoeftige, de gast geven wat hen toekomt,
  • U zult u verre houden van verspilling en gierigheid en u zult spaarzaamheid in acht nemen,
  • U zult uw kinderen niet doden uit angst voor armoede,
  • U zult u verre houden van buitenechtelijke geslachtelijke omgang, wat beschamend en lelijk is,
  • U zult het door God onaantastbaar gemaakte leven niet nemen, bij het bestraffen van diegene die een leven heeft genomen, zult u maat weten te houden,
  • U zult geen bezit van wezen verteren, u zult met het bezit van een wees slechts in diens voordeel handelen,
  • U zult u aan uw gegeven woord houden,
    U zult in eerlijkheid wegen en meten,
  • U zult u verre houden van foute veronderstellingen en interpretaties van onderwerpen, waar u geen kennis van heeft,
  • U zult ervoor waken te pochen of u groot voor te doen,
  • En weet dat God de dingen van dit alles die slecht zijn, verafschuwt. (Koran,17:23-40).

Behalve deze geboden en adviezen die in de genadige Koran parallel aan de Tien Geboden van de Thora lopen, kan het helpen ons enige geboden en adviezen van de laatste profeet, de heilige Mohammed te herinneren om het onderwerp nog beter te vatten:

  • Als u niet gelooft, kunt u de hemel niet binnengaan: als u niet van elkaar houdt kunt u niet geloven,
  • Koester geen haat voor elkaar, blijft niet kwaad op elkaar, wees niet jaloers op elkaar rijkdom, O dienaren van God, leeft als elkanders broeder!
  • De beste onder de mensen is degene die de mensen het meeste tot nut is.
  • Een moslim is iemand die niemand door zijn handelen of spreken schade toebrengt.
  • Zolang de dienaar zijn broeder tot hulp is, is God zijn dienaar tot hulp.
  • God zal degen die in deze wereld de problemen van een gelovige oplost, op de Dag des Oordeels te hulp komen.
  • De gevende hand brengt meer zegen dan de nemende hand.
  • De sterke en krachtige gelovige is van meer nut dan de zwakke.
  • God verhoogt de eer van degene die vergeeft, die kwijtscheldt, degene die bescheidenheid toont, wordt door God verheven.
  • Degene die de ouderen geen respect betoont en de jongeren niet met liefde en barmhartigheid steunt, is niet een van ons.
  • Degene die zijn hiernamaals vanwege de wereld, zijn wereld vanwege het hiernamaals in de steek laat, hoort niet bij ons.
  • Naar ik gehoord heb, geringschatten sommigen mijn manier van leven. Sommige dagen vast ik, sommige niet. Een gedeelte van de nacht verricht ik mijn gebeden, een gedeelte slaap ik en rust uit. Ik trouw en houd mij met mijn gezin bezig. Dit is voor mij gebruikelijk, degene die het daar niet mee eens is, hoort niet bij mij. (Uitspraak van de profeet Mohammed)
  • Het verheugt God als zijn dienaar zijn werk met nauwkeurigheid doet.
  • Reinheid hoort tot het geloof. Reinheid is de helft van de godsdienst.
  • Het vasten van iemand die zich niet afzijdig houdt van leugens en valse daden, heeft geen betekenis.
  • Kennis is het hoogst bereikbare.
  • Neem direct de wijsheid tot u als u die vindt. Kijk niet uit welk omhulsel het komt. Als u de wijsheid heeft gevonden, moet u die aannemen en zich eigen maken, zonder naar de bron te kijken.

Studeren, leren, reinheid.

In het zweet uw`s aanschijn`s op legale en geoorloofde wijze in uw onderhoud voorzien.

Niet van de waarheid afraken.

Respect voor de oudere, liefde voor de jongere. De schepsels barmhartigheid tonen, de natuur beschermen.

Goed doen, goed met goed vergelden.

Slechtheid vermijden.

Slechtheid niet vergelden, maar vergeven, geen haat koesteren.

Tevreden zijn met uw rechten, niet jaloers zijn op het bezit van een ander.

Je hart en hoofd beschermen tegen slechte gevoelens en gedachten.

Eraan denkend dat in deze wereld alles vergankelijk is, steeds hoopvol naar het leven kijken, geen pessimist zijn. Wetend dat de mogelijkheden die je krijgt aan God te danken zijn, Hem danken.

Situaties waarin men gebrek lijdt en men het moeilijk heeft als een proef accepteren en geduldig naar een uitweg, een oplossing zoeken.

Leugens, smaad, kwade verdenking vermijden.

Belang hechten aan de reinheid van het hart, het lichaam en de omgeving, kortom aan innerlijke en uiterlijke reinheid.

Reinheid als deel van het geloof erkennen.

Voor de wereld werken, alsof men nooit sterft. Zich gereed maken voor het hiernamaals, alsof men morgen sterft.

Elke vorm van fanatisme vermijden: voor God de beste dienaar willen zijn, voor de wispelturigen de meest verdraagzame en voor de mensen een van hen willen zijn.

Zich niet door grootheidswaanzin of een minderwaardigheidscomplex laten beheersen.

Ver van huichelachtigheid en elke vorm van vertoon, een, van binnen en buiten één, openhartig, betrouwbaar persoon zijn.

Doen wat op je weg komt om de mensheid tegen al het kwaad te beschermen (Nehyi an-il munker: het vermijden en voorkomen van wat door God verboden is).

Alles doen wat in je vermogen ligt om al het goede en mooie aan de mensheid te doen toekomen, hiertoe een ieder met dit doel tot hulp zijn en voor hem bidden (Emri bilmaruf: gebod om vriendelijk te handelen en te spreken). Dit alles vormen de belangrijkste ethische waarden van de godsdiensten die ook de Islam aan de mensheid wil onderwijzen.